Kassucces telen&trends 25 Door de straten van Kopenhagen fietsen twee frisse ‘drenge’ (jongens) op een bakfiets. Op hun witte T-shirt prijkt het logo van Queen. De bak ligt vol met, in mooi wit verpakte kalanchoë plantjes met knopjes in felle kleuren. Gezinnen, jonge hippe vrouwen drommen samen om een sample te krijgen. De bak is in no time leeg. Er worden foto’s gemaakt en gepost op Facebook, Instagram en Twitter. Het digitale bereik van de kalanchoë gaat op die manier als een olievlek over het internet. Het is één van de verkoopmanieren waarmee Knud Jepsen A/S zijn kalanchoë planten en bloemen onder de aandacht van de Deense consument brengt. “We hebben ook een commercial voor op de Deense televisie laten maken om zo direct bij de consument binnen te komen,” legt Frands Jepsen, CEO van Knud Jepsen, uit. “We zijn daardoor in Denemarken een consumentenmerk geworden. Het heeft ons zeker 5 jaar gekost om dit bereiken. Op dit moment bereiden we voor volgend jaar een campagne voor, voor de Zweedse of de Duitse markt.” Voor bloemen- en plantenteeltbegrippen zijn de B2B- en B2C-marketinginspanningen van het bedrijf fors te noemen. Het antwoord waarom Jepsen dat doet is simpel: zichtbaar zijn en vooral zichtbaar blijven. “We moeten concurreren met een land als Nederland, een echte bloemen- en plantennatie. Telers zijn er groter, machtiger en internationaler: ze hebben knockdown-producten. Wij zullen het dus anders moeten doen, slimmer en creatiever. Hoe? We werken vanuit de consument naar de kas en niet vanuit de kas naar de consument.” Heeft hij een tip voor die Hollanders? Hij lacht breed: “Geduld en begin met je marketing op winkel- en consumentenniveau. Probeer uit te vogelen wat daar de triggers zijn en focus je daar op. Het is hard werken en kost enorm veel tijd en geld.” Buitenaards Op de locatie in Hinnerup ten noorden van Aarhus, ver weg van de hoofdstad Kopenhagen, heeft Knud Jepsen A/S een complex van 12 ha voor de teelt van wat Frands Jepsen finish plants noemt. De snijbloemen en planten die hier vandaan komen worden via koeltransport - via de E45 - in Scandinavië en Noord- en Midden-Europa afgezet. In Turkije heeft de onderneming kassencomplexen met een totale grootte van 5 ha: 3 ha voor finish plants en 2 ha voor de stekjes. “In Vietnam hebben we een contract met een teler die voor ons teelt. Al die stekjes gaan naar telers over de gehele wereld, zodat onze producten in meer dan 75 landen te koop zijn,” zegt Frands Jepsen met trots. De keuze voor deze (vet)plant kwam door de vader van Frands Jepsen Knud, die er 45 jaar geleden “Geduld en begin met je marketing op winkel- en consumentenniveau.” mee begon. “Net als veel telers is mijn overgrootvader eerst begonnen met het telen van verschillende gewassen. Mijn vader is begonnen met de specialisatie in kalanchoë. Tot op de dag van vandaag gaan we daarmee verder om uiteindelijk steeds betere bloemen en planten bij de consument te krijgen.” Lees het juryrapport van de Green Entrepreneur of the Year 2015 en je krijgt de indruk dat Knud Jepsen iets ‘buitenaards’ moet zijn. De kritieken zijn lovend en niet alleen vanwege het hoofdstuk over marketing, maar ook de inspanning om zo energie-neutraal mogelijk te telen. De Harmony doeken van >>
Svensson telen&trends
To see the actual publication please follow the link above