44 telen&trends voor natuur en biodiversiteit. Dat is gewoon niet waar.” Dijkhuizen noemt het zorgelijk dat de maatschappij de gangbare Nederlandse land- en tuinbouw ter discussie stelt. “We zijn de tweede exporteur ter wereld. We hebben een sterke agribusiness met eerste klas boeren en tuinders. We zijn hoogproductief, efficiënt en innovatief. In de laatste decennia is de productie enorm toegenomen, maar de CO2-uitstoot gelijk gebleven. Kortom, we zijn wereldkampioen! Als we nu gaan roepen dat die intensieve landbouw zijn langste tijd heeft gehad, dan gooi je het kind met het badwater weg.” Productiviteit is de sleutel De Nederlandse tuinbouw is het ultieme voorbeeld van hoogproductieve, intensieve en duurzame productie, vervolgt Dijkhuizen. “De glastuinbouw loopt daarin voorop. Daar zit een enorme toekomstkans in. Nederland is eigenlijk een proeftuin voor hightech ontwikkelingen. Kijk bijvoorbeeld naar Plantlab: daar is sprake van zo een hoge controle, dat er geen ziektes meer ontstaan. Als wij ons blijven ontwikkelen, kunnen we die kennis ook exporteren. Daar is wereldwijd enorme behoefte aan. We kunnen nog meer en beter produceren, met minder negatieve effecten. In theorie kunnen we 30 tot 40 miljard mensen voeden.” “Wij zijn zo duurzaam omdat we zo’n hoge productie per vierkante meter halen”, weet Dijkhuizen. “Productiviteit is de sleutel. Kijk bijvoorbeeld naar tomaten. In traditionele kassen ligt de productie op 5 tot 10 kilo per vierkante meter. In Nederlandse kassen halen we 80 tot 100 kilo. Daardoor heb je per kilo veel minder water nodig en heb je per kilo de minste uitstoot.” Streekproducten zijn populair, maar hoeven niet duurzamer te zijn, zegt hij. “Als de opbrengst lager is dan ver weg wel zou kunnen, dan kun je het beter van ver halen. Je moet het voedsel daar produceren waar dat het meest efficiënt en dus het goedkoopste kan.” Sceptisch over groei bio Hoewel de biologische productie en export van Nederland vorig jaar flink is gegroeid, is Dijkhuizen sceptisch over de marktkansen van bio. “Voedsel gaat duurder worden in toekomst. Het is maar de vraag hoeveel procent van de bevolking daar bovenop extra geld voor over heeft. Het is elitair om te denken dat als 2 tot 3 procent biologisch koopt, de rest van de bevolking dat ook wel kan doen. Mensen blijven op prijs letten. Men wil graag in de breedte genieten, op vakantie gaan, autorijden, kinderen op sport, et cetera. Dan ga je niet zomaar anderhalf keer meer voor voedsel betalen.” Voor de consument zijn prijs en kwaliteit cruciaal, is zijn overtuiging. “In de discussie gaat het over hele andere zaken, maar in de alledaagse praktijk draait het om prijs en kwaliteit. De tuinbouw kan dat perfect: constante kwaliteit leveren en jaarrond produceren. Als wij de kostprijs in de hand weten te houden, dan heb je de gouden formule”, aldus Dijkhuizen. Morele zorgen Bavo van den Idsert, directeur van Bionext, de ketenorganisatie voor duurzame, biologische landbouw en voeding, vindt de vraagstelling ‘Kan biologisch de wereld voeden?’ verkeerd. >> “In theorie kunnen we 30 tot 40 miljard mensen voeden.”
telen&trends
To see the actual publication please follow the link above