Page 9

telen&trends

Visie telen&trends 9 Maakindustrie Vast staat dat de Nederlandse tuinbouw - wil zij als maakindustrie (lees: productie) overleven - zal moeten blijven innoveren, bevestigt Sjaak Bakker. “Ik sta ook op het standpunt dat als wij hier geen tuinders meer zouden hebben, het dan afgelopen is met de innovatie en kennisontwikkeling in Nederland. En dat we daarmee onze positie zouden verliezen. Ik wil er dan ook voor pleiten dat de innovatiekracht in Nederland op peil blijft, zodat wij een thuismarkt houden, waar innovaties kunnen worden getest.” Maar er is steeds minder budget voor innovatieprojecten. De opheffing van het PT is daarbij niet de enige oorzaak. Bakker: “Als je het totale onderzoeksbudget van EZ voor tuinbouw en uitgangsmaterialen vergelijkt met dat van Duitsland: wij moeten het doen met 17 miljoen euro per jaar. Tel daar een half miljoen voor TNO bij op plus de rest, en je komt uit op circa 20 miljoen euro per jaar. De Duitse tuinbouw is drie keer zo klein, maar krijgt jaarlijks van de overheid 60 miljoen euro, plus 80 miljoen voor R&D. Dat is twintig keer zoveel! Dat komt omdat de Duitsers hun maakindustrie altijd gesteund hebben. Daar kunnen wij nog wat van leren.” Hij vervolgt: “Het bedrag dat ze in Duitsland tot hun beschikking hebben, is er in Nederland nooit geweest. Desondanks zijn wij nog steeds wereldleider in de tuinbouw. We doen het hier dus buitengewoon efficiënt. Maar we moeten de productie in Nederland houden willen we die positie behouden. Als we de toelevering, handelsbedrijven en alle kennisintensieve partijen eromheen willen behouden. Dan zul je de primaire sector wel moeten faciliteren om ervoor te zorgen dat ze kunnen blijven bestaan. De Nederlandse politiek zet tuinbouw en uitgangsmaterialen neer als topsector en dat is het ook. Maar de steun van de overheid is daarmee niet in balans.” Topsectorenbeleid Is het topsectorenbeleid een wassen neus? Bakker: “Dat is het zeker niet. Maar zij is bij uitstek geschikt voor grotere partijen. Het is ook administratief te ingewikkeld. Daar wordt aan gewerkt, maar het kost ondernemers en onderzoekers nu te veel tijd. De tuinbouw is een MKB-sector, van familiebedrijven, waar hard wordt gewerkt. Dat is onze kracht, maar het is ook een zwakte. Want we hebben moeite om de collectiviteit die er was, opnieuw te organiseren. Als je kijkt naar de topsector Energie, daar zitten tien grotere partijen aan tafel. Die zijn het vrij snel met elkaar eens. Die kunnen het geld ook wat makkelijker op tafel leggen. Probeer maar eens met vijfduizend kwekers 10 miljoen euro bij elkaar te krijgen. Daar heb je een platform voor nodig. Ik denk dat daar ook innovatie voor nodig is. En financieel commitment. We zijn zelf bezig met de Club van 100 en daarnaast zijn er meer initiatieven. Maar het zal tijd kosten voordat alles weer gesetteld is. Mijn zorgpunt is dat je een dip krijgt. Dat de continue stroom van vernieuwing stopt.” “Als wij hier geen tuinders meer zouden hebben, dan is het afgelopen met de innovatie en kennisontwikkeling in Nederland.”


telen&trends
To see the actual publication please follow the link above